donderdag 21 april 2016

Zo gaat dat - gastblog nr. 7



Zo gaat dat. Nog niet zo lang geleden las ik toevallig de roman Het universum tegen Alex Woods van Gavin Extence (Prometheus). Een doorlopende verhaallijn in dit boek is het feit dat de jonge hoofdpersoon Alex op aangeven van de oudere Isaac Peterson alle boeken van de Amerikaanse schrijver Kurt Vonnegut gaat lezen en er zelfs een speciale leesclub voor opricht. In mijn blogpost over deze jeugdroman heb ik aangegeven dat ik zelf nog nooit van Kurt Vonnegut had gehoord, maar inmiddels was ik wel nieuwsgierig geworden naar werk van deze schrijver. Maar als je, zoals ik, daarbij afhankelijk bent van de collectie van de openbare bibliotheek, dan blijkt het helemaal niet zo makkelijk te zijn om iets van deze schrijver te kunnen lezen. Mijn voorkeur ging namelijk uit naar Ontbijt voor kampioenen, maar uiteindelijk bleek alleen Slachthuis Vijf beschikbaar te zijn (uitgegeven bij Meulenhoff). Dus heb ik die roman gelezen. Zo gaat dat.

Die zin ("Zo gaat dat") is meteen het bruggetje naar de inhoud van Slachthuis Vijf. De titel slaat op het onderkomen van hoofdpersoon Billy Pilgrim, bijna aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Hij is uiteindelijk als Amerikaans krijgsgevangene ondergebracht in een voormalig slachthuis in Dresden (Duitsland) en maakt daar het ongelooflijk zware bombardement van die stad mee. Dat is niet het enige wat Billy overkomt. Hij heeft een bijzonder leven, ook al heeft hij niet het idee dat hij zelf veel invloed uitoefent op de gang van zaken. Het leven overkomt hem. Zo gaat dat, is dan ook een regelmatig terugkerende constatering.

In het begin van het boek heeft de schrijver het voornemen te gaan schrijven over wat hij heeft meegemaakt. Kurt Vonnegut heeft namelijk zelf werkelijk het bombardement van Dresden meegemaakt en het overleefd. Hoewel, de vraag is wat we verstaan onder "overleven". Als we in het boek meekijken met de gebeurtenissen in het leven en het gedachtegoed van Billy Pilgrim, ontkom je er niet aan om stil te staan bij de impact van oorlog en gruwelijkheden. De schrijver gaat samen met zijn oorlogsmakker naar een herdenking in Dresden. Met hem praat hij over zijn voornemen voor deze roman. De vrouw van zijn makker loopt zich enorm op te winden, omdat zij het helemaal zat is dat er regelmatig over de oorlogsverhalen wordt gedaan of het alleen maar heldendaden waren, doordacht en voorbereid en tot in de puntjes uitgevoerd. Terwijl de militairen die in het oorlogsgewoel terecht kwamen, eigenlijk overwegend nog gewoon kinderen waren. Het compromis is dat het De Kinderkruistocht genoemd zal worden en dat is dan ook de ondertitel van het boek geworden. Daarmee moest ik meteen denken aan het inmiddels klassieke jeugdboek Kruistocht in spijkerbroek van Thea Beckman (Lemniscaat). Dit komt ook doordat Billy "loskomt van de tijd" en gedurende zijn leven heen en weer springt naar verschillende fases in zijn leven en daarbij weet hij wat er in "de toekomst" staat te gebeuren. De hoofdpersoon in Kruistocht in spijkerbroek maakt ook een tijdreis, maar daar houdt de vergelijking verder op.


De absurde, soms hilarische, maar overwegend verbijsterende ervaringen van Billy worden genoteerd in korte, constaterende zinnen. Het lijkt haast of het Billy/de schrijver verveelt om te moeten vertellen wat er is voorgevallen. Die verveling heeft naar mijn idee niets met de inhoud te maken, maar juist met de afstomping die het gevolg is van alle gruwelijkheden en bijzonderheden die Billy meemaakt en ondergaat. Die afstomping, dat gevoel geen enkele eigen inbreng te hebben, vind ik ook extreem indrukwekkend naar voren komen in Nacht van Elie Wiesel (Meulenhoff). Na de waanzinnige oorlogsjaren maakt Billy overigens carrière als opticien en raakt hij financieel in goede doen. Tussendoor wordt hij ontvoerd door een vliegende schotel van Trafalmadore, alwaar hij wordt vastgehouden en tentoongesteld. Ook in zijn latere leven wil hij zijn ervaringen bij deze buitenlandse wezens en wat zij hem geleerd hebben over de structuur van het moment en de zinloosheid van de vraag "waarom", graag etaleren, maar eigenlijk wordt hij daardoor door zijn omgeving alleen maar als zonderling en krankzinnig bestempeld.


Wat op mij het meeste indruk maakte was de passage waarbij een bombardement met vliegtuigen in omgekeerde volgorde wordt verteld. Dus dat de vliegtuigen de bommen weer opnemen en dat de bommen teruggegaan naar de fabriek tot het moment dat de ingrediënten weer terug de aarde in gaan om daar goed opgeborgen te worden. Tijdens deze passage moest ik echt naar adem happen en zou ik willen dat wij met elkaar inderdaad in staat zouden zijn om een reverse-knop te vinden voor heel veel, ook recente, gebeurtenissen in de wereld! Qua stijl vond ik dit gedeelte lijken op een roman van Dimitri Verhulst met de confronterende titel Godverdomse dagen op een godverdomse bol (Atlas Contact). Hier beschrijft Verhulst, in de voor hem kenmerkende stijl, in rap tempo het ontstaan en de ontwikkeling van de aarde, inclusief de mensheid (en de tussen groeperingen ontstane irritaties, oorlogen, uitroeiingen etc.). De mens wordt consequent aangeduid met "het", waardoor er een soort abstractheid ontstaat die tegelijkertijd heel dicht op de huid zit.

Uit alles in Slachthuis Vijf komt naar voren dat een persoon die de hel gezien heeft, los komt van "de werkelijkheid". Ik vind het heel knap hoe Vonnegut deze impact, deze ontwrichting en de zinloosheid van wat mensen elkaar aandoen, weet te omschrijven zonder dit letterlijk te doen. Door het bijzondere verhaal, de rare elementen van het tijdreizen en de ontvoering door buitenaardse wezens, wordt Slachthuis Vijf een meerlagige roman, waarvan ik mij voorneem het op een later moment nog eens te herlezen. Het lijkt mij bij uitstek een boek waarin ik elke keer weer nieuwe elementen ontdek.

Dus door het lezen van een YA-boek ben ik op het spoor van een bijzondere schrijver gekomen.
Altijd fijn om door het ene boek een ander boek of schrijver te ontdekken. Zo gaat dat :) Als jij ook dit soort combinaties hebt ervaren, zou ik het leuk vinden als jij dat hieronder in de comments of via mijn Facebook-pagina zou willen delen.


Veel leesplezier!
theonlymrsjo

woensdag 23 maart 2016

Lezen na "Brussel"

Het stof na de bomaanslag op het vliegveld bij Brussel was waarschijnlijk nog niet neergedwarreld of de meningen vlogen alweer rond over het internet. "Grenzen dicht!", "Grenzen open!", #stopislam, ze kwamen allemaal weer voorbij. Pro-Assad twitteraars lieten weten dat dit het gevolg was van het door het Westen steunen van "terroristen". Anti-Assad tikkers meenden dat er bommen zouden blijven ontploffen totdat Assad weg was. En de ISIS fanboys, ach die glimlachten nauwelijks ingehouden.

Hieronder staan wat boeken die u zou kunnen lezen. Niet dat dat moet, zelfs stellen dat u een boek zou kunnen lezen over wat er nu gebeurt kan al gepolitiseerd worden. En dat is natuurlijk niet de bedoeling. Maar zelf vind ik het hebben van een mening die op wat kennis is gebaseerd best een goed idee.

Lezen over "Brussel" kan al vlug een eindeloze tijdvulling worden. Van Belgie naar Syrie, naar Irak, vergeet Afghanistan niet, 9/11, Al Qaida, Bin Laden, de inval in Irak van de oude Bush en zo kun je nog een tijdje doorgaan.

Een beperkt, incompleet en niet alfabetisch lijstje dus.
En mocht u een aanvulling hebben dan hoor ik dat graag.

Algemeen

Jessica Stern - Terreur in de naam van God. Stern sprak met, en verdiepte zich in aanslagplegers met verschillende religieuze achtergronden. Veel aandacht voor de sociologische en psychologische achtergrond van aanslagplegers en de manieren waarop die achtergronden door anderen misbruikt (kunnen) worden.

Russel Razzaque - Human being to human bomb. Het verhaal van de mannen die verantwoordelijk waren voor de aanslag op de ondergrondse in Londen in 2000. Veel informatie over de achtergrond van de mannen en manieren waarop radicalisering voorkomen zou kunnen worden.

IS/Syrië

Hans Jaap Melissen - IS tot alles in staat. Goed geschreven leesbaar boek over IS, opgebouwd rond reportages die Melissen maakte. Indringend en invoelbaar.

Patrick Cockburn - De nieuwe heilige oorlog. Niet al te diepgaand maar geeft redelijk wat achtergronden over de opkomst van ISIS in Irak.

Loretta Napoleoni - De terugkeer van het kalifaat. Dun, goed leesbaar, geeft veel informatie over de achtergrond en opkomst van ISIS.

Jessica Stern - IS, Staat van terreur. Doortimmerd misschien net niet meesterlijk boek. Veel informatie over het gebruik van internet en sociale media door IS.

Charles Lister - The Syrian Jihad. Uitputtend in al zijn details en daardoor uitputtend om te lezen. Waarschijnlijk het beste boek over de rol van Syrië als doorvoerhaven van terroristen naar Irak en het begin van het conflict in Syrië zelf.

Michael Weiss, Hassan Hassan - ISIS, inside the army of terror. Het beste boek over de opkomst, structuur, achtergrond en praktijken van ISIS. De auteurs deden diepgaand onderzoek en spraken uitvoerig met (voormalige) IS leden. Onbegrijpelijk dat het boek nog niet in het Nederlands vertaald is.

Pieter van Ostaeyen - Van kruistocht tot kalifaat. Waar andere auteurs de achtergrond van ISIS vaak beperken tot het conflict in Irak gaat van Ostaeyen veel verder terug. Veel over de achtergronden van het islamisme. Van Ostaeyen heeft ook een erg goed geïnformeerd blog waarin hij ook veel aandacht geeft aan de rol van Belgische Jihadisten.

Ton



dinsdag 15 maart 2016

Alex in wonderland – gastblog nr 6


Verbijsterend, ontnuchterend en hilarisch tegelijk. Dat is de kortste samenvatting die ik kan geven van Het universum tegen Alex Woods van Gavin Extence (Prometheus). Deze roman (in principe een jeugdroman) valt wat mij betreft in twee onderwerpen uiteen. Allereerst is er natuurlijk de ontwikkeling van de jonge, a-typische Alex Woods, die opgroeit bij zijn moeder in een klein Engels plaatsje. Zijn moeder heeft een winkeltje en praktijk in, kortweg, occulte zaken, tarotkaarten en dergelijke. Alex wordt op jeugdige leeftijd (hij is dan een jaar of 10 oud) getroffen door een meteorietinslag en dat bepaalt vanaf dat moment zijn verdere leven. Een meteorietinslag waarbij een mens is betrokken is behoorlijk zeldzaam, dus er is een immense internationale belangstelling. Alex zelf heeft dat in eerste instantie niet in de gaten, want hij ligt twee weken in coma. Daarna lijdt hij aan epileptische aanvallen, die zijn leven ontregelen en op zijn minst sterk beïnvloeden. Op de vlucht voor pestkoppen van school komt hij op een gegeven moment bij Isaac Peterson terecht, een Amerikaanse Vietnam-veteraan op leeftijd (uiteraard), die samen met hond Kurt een redelijk afgezonderd leven leidt. Tussen hen ontstaat een bijzondere vriendschap. Hond Kurt is overigens vernoemd naar de schrijver Kurt Vonnegut en de boeken van Vonnegut hebben een belangrijke rol in de ontwikkeling van deze vriendschap. Ik moet bekennen dat ik nog nooit van Kurt Vonnegut gehoord had en zelfs even dacht dat het allemaal door Gavin Extence verzonnen zou zijn. Maar omdat in deze roman ook nog andere schrijvers en boeken worden aangehaald, die ik wél ken (of in ieder geval van gehoord heb), ben ik toch maar eens op zoek gegaan naar Vonnegut. En ja hoor, een absoluut werkelijk bestaan hebbende schrijver met een behoorlijke productie. 

Aan het begin van het boek is al direct duidelijk wat er is gebeurd. Alex wordt namelijk staande gehouden op het moment dat hij Engeland weer binnenkomt. Wat hieraan vooraf ging, wordt vervolgens in zijn eigen woorden beschreven. En wat ik daarbij knap vind, is dat je in de ontwikkeling van het verhaal merkt dat de schrijver Alex ouder laat worden: zijn gedachtegoed wordt meer volwassen en zijn ervaringen ontstijgen het kleine-jongetjes-wereldje volkomen. Een soortgelijke ontwikkeling zie je ook bij de verschillende delen over Harry Potter van J.K. Rowling. Waar het bij deel 1 (Harry Potter en de Steen der Wijzen - De Harmonie Amsterdam) nog echt kindertjes zijn, zie je elk volgend deel/elk volgend schooljaar dat Harry en zijn vrienden zich ontwikkelen naar jongvolwassenen (met natuurlijk wel alle kwajongensstreken van dien en de gekkigheid die de schrijfster voor hen bedacht heeft). 


De jonge Alex deed mij denken aan Oskar Schell uit Extreem luid en ongelooflijk dichtbij (Johathan Safran Foer - Ambo Anthos), maar ook aan Conor uit Zeven minuten na middernacht, geschreven door Patrick Ness, uitgegeven bij De Geus. Want Conor wordt "achtervolgd" door een boom die van hem de waarheid wil weten. Conor moet leren eerlijk tegen zichzelf te zijn en onder woorden te brengen wat hij voelt en denkt. Dat geldt voor Alex, met al zijn beperkingen en "afwijkingen" ook. Op een gegeven moment gebruikt hij een heel lelijk woord, waardoor hij op school ernstig in de problemen komt. Als aan hem eens wordt gevraagd waarom hij dat woord gebruikte, zegt hij na enig nadenken: "omdat iets zijn macht verliest als je het een naam geeft" (p 159). Een zinnetje om even bij stil te staan. 
De tweede verhaallijn/het tweede thema is zo mogelijk nog indrukwekkender en uitermate actueel. Peterson blijkt namelijk ongeneeslijk ziek te zijn en wil zelf het recht hebben om een einde aan zijn leven te maken. De ontwikkeling in hun vriendschap, de manier van benaderen van dit in letterlijke zin levensvraagstuk wordt door de schrijver via de uitingen en gedrag van Alex uitzonderlijk goed naar voren gebracht. Het vraagstuk van euthanasie of, zoals hier, het vraagstuk van hulp bij zelfdoding wordt op deze manier zo menselijk, zo dichtbij uitgewerkt. De laatste tijd is voor dit maatschappij-brede onderwerp regelmatig aandacht en de argumenten van voor- én tegenstanders zijn heel goed te begrijpen en invoelbaar. Het is ook bijna niet in wetgeving te regelen, elke situatie is weer zo anders. Ook de houding van de betrokkenen is elke keer anders en uiteindelijk heeft iedereen vanuit de eigen opvattingen gelijk. Dat maakt het ongelooflijk ingewikkeld. 

Ik ben bijzonder onder de indruk over de volwassen manier waarop Alex met dit onderwerp omgaat. De voors en tegens, de te verwachten stroom van kritiek bij terugkeer naar Engeland, de eigen stabiliteit om achter de genomen beslissing te kunnen blijven staan, dat alles kwam echt wel even binnen. Het maakte deze jeugdroman voor mij echt meer dan de moeite waard. En dat alles heeft de schrijver gedaan op een goed leesbare, bijna luchtige en regelmatig hilarische manier. Petje af voor een fijne leeservaring die ook nu het boek uit is, nog wel even zal blijven doorwerken. 

Heb je behoefte aan een leestip? Loop eens wat vaker bij jouw plaatselijke openbare bibliotheek binnen en snuffel tussen de schappen en tafels. Zo ben ik ook op Het universum tegen Alex Woods gestuit. De titel en het omslag spraken mij aan, dus hup mee naar huis. Op deze manier ben ik wel vaker op prachtige boeken gekomen.

Veel leesplezier! 
Theonlymrsjo 

dinsdag 16 februari 2016

Pen aan de wilgen – gastblog nr 5




Er zijn van die songs die eens in de zoveel tijd in mijn hoofd zitten en daar dan urenlang (en als ik "pech" heb: dagenlang) blijven. Vaak is er maar een hele kleine hint voor nodig om dat te laten gebeuren. De afgelopen week hoorde ik vrij intensief het nummer Lonesome cowboy Burt van Frank Zappa in mijn hoofd. Het waarom laat zich makkelijke raden als je weet dat de volledige titel van dit nummer is Lonesome cowboy Burt (Swaggart version). Met Swaggart wordt Jimmy Swaggart bedoeld, een immens populaire en invloedrijke Amerikaanse tv-evangelist die in de jaren tachtig van de vorige eeuw uiteindelijk door meerdere seksschandalen van het toneel moest verdwijnen. Zappa neemt hem in deze song flink op de korrel. En waarom moest ik dan aan dominee Swaggart denken? Dat komt doordat ik de roman Hotel Rozenstok van de Vlaamse schrijver Christophe Vekeman (de Arbeiderspers) heb gelezen.
 
In deze roman is Christophe Vekeman als het ware zelf de hoofdpersoon, een 41-jarige schrijver die in zijn door overmatig drankgebruik enigszins ontwrichte leven is vastgelopen. Hij besluit om niet meer te schrijven. Makkelijker gezegd dan gedaan, want wat wordt dan wel de invulling van de rest van zijn leven? Eens een schrijver, altijd een schrijver? Hij doet zijn best om in een andere wereld terecht te komen, maar ondertussen droomt hij alsnog over allerlei boeken die hij niet gaat schrijven. In één van die denkbeeldige boeken komt een persoon voor die á la Jimmy Swaggart te keer gaat (en ja hoor, tijdens het schrijven van deze blogpost hoor ik alweer het aparte geluid van Zappa :) ).


Het eerste gedeelte van Hotel Rozenstok sluit perfect aan bij het pamflet dat Alex Boogers de wereld in heeft geslingerd, onder de titel De lezer is niet dood (Uitgeverij Podium). Boogers verwoordt hierin vrij goed mijn eigen mening over "succesvolle" auteurs, oftewel schrijvers die meer bekend zijn door hun vele publieke optredens in talkshows, spelprogramma's en hun hoge productiviteit dan door de hoge kwaliteit van hun oeuvre. Niets mis mee, iedereen mag doen en laten waar hij of zij zich goed bij voelt, maar het is wel terecht de vraag wat dit voor (aankomende) lezers betekent. Vekeman (in de zin van: hoofdpersoon in Hotel Rozenstok) zet zich af tegen bestseller-auteurs: succes is voor losers.
Wat het (flinterdunne) verhaallijntje in Hotel Rozenstok betreft, raad ik je aan even op internet te zoeken. Voor mij is die verhaallijn namelijk volstrekt niet relevant voor mijn leeservaring. Ik zal het maar verklappen: het was een heerlijke leeservaring. Het laatste gedeelte, vanaf het moment dat Vekeman meer informatie krijgt over het gezin van de hoteliers en hij met die informatie aan de haal gaat, vond ik een beetje afbreuk doen aan het geheel, maar ik heb onverminderd genoten van de stijl en het taalgebruik van Vekeman. Hij is een Vlaamse schrijver, maar dat heb ik meer gemerkt aan de inhoud dan aan de gebruikte woorden. Hoewel ik vaak kan genieten van juist dat (in mijn Nederlandse oren) typisch Vlaamse zoals dat bijvoorbeeld in de romans van Griet op de Beeck en Dimitri Verhulst wordt gebezigd, heb ik een lichte voorkeur voor de schrijfstijl van Vekeman en bijvoorbeeld Filip Rogiers (van wie ik recentelijk de roman Verman je, uitgegeven bij Uitgeverij Polis, heb gelezen).

Bij beide schrijvers heb ik gemerkt dat zij heel zorgvuldig schrijven. Hun zinnen zitten evenwichtig in elkaar en zeggen veel meer dan alleen maar de inhoud van de woorden op een rij. Beetje moeilijk uitleggen wat ik precies bedoel, maar noem het maar het synergetisch effect: 1 + 1 is meer dan 2. Je kunt de woorden puur als woorden met een enkelvoudige betekenis lezen, maar bij Vekeman krijgen die woorden door de manier waarop hij de woorden combineert, een andere, diepere, betekenis en extra invloed. En desalniettemin is het geen zware roman geworden, met ingewikkelde thema's en depressief makende levensvragen. Vekeman is in staat om de interne strijd van een persoon die midden in zijn leven moet nadenken over zijn toekomst, op een herkenbare, humoristische en reële manier te beschrijven.

Ik had nog niet eerder werk van Vekeman gelezen. Binnen de boekenbloggersleesclub Een perfecte dag voor literatuur is zijn roman Marie al eens besproken, maar dat was één van de zeldzame keren dat ik niet heb meegedaan. Inmiddels ben ik wel nieuwsgierig naar ander werk van zijn hand. In Hotel Rozenstok zitten zijn zinnen barstensvol woorden, tussenzinnen, bijzinnen en nog zo wat. Even snel lezen is een risico, want je snapt dan heus wel het verhaal, maar je mist de prachtige, geniale samenpersing van opsommingen, omkeringen, verdraaiingen en typeringen. En juist dat maakte deze roman zo fijn om te lezen. Hele lange zinnen die je soms echt in stukjes moet lezen om de draad niet kwijt te raken. Maar dat verstoorde niet, integendeel, het maakte dat Vekeman voor mij dichtbij kwam en mij probeerde zo goed mogelijk uit te leggen welke processen zich in zijn hersenpan afspelen, waarom hij reageert zoals hij reageert en waarom sommige uitkomsten simpelweg onvermijdelijk zijn. Typisch zo'n boek waarbij het verhaal ondergeschikt is aan de vorm. Typisch een boek dat bij mij past.

Veel leesplezier!
theonlymrsjo

dinsdag 19 januari 2016

Agneta - Gastblog nr. 4




Waar begín ik aan? Ik wéét toch van mijzelf dat familiegeschiedenissen en waargebeurde verhalen niet tot mijn favoriete genre horen? Wil ik dan zó graag meedoen met de boekenbloggersleesclub Een perfecte dag voor literatuur? Dit alles spookte door mijn hoofd voordat ik begon te lezen in Agneta, geschreven door Jan van der Mast en uitgegeven bij Nieuw Amsterdam. Het boek is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Agneta van Marken-Matthes die eind 19e-/begin 20e eeuw leefde en woonde in Delft. Waargebeurd, dus met een flinke dosis wantrouwen sloeg ik het boek open. Om het vervolgens niet meer te kunnen wegleggen. Wat een verhaal, wat een leven! En wat een geweldige pen van Van der Mast om het zo te beschrijven dat ik echt het gevoel had dat ik live aanwezig was bij alles wat er in het leven van Jacques van Marken en zijn vrouw Agneta gebeurde. En een simpel, onbewogen leven hebben zij nou niet bepaald.

Jacques van Marken is oprichter van de Nederlandse Gist- en Spiritusfabriek in Delft. Hij heeft samen met Agneta een ideaal: alle fabrieksarbeiders wonen bij elkaar in een prettige, sociale omgeving: het Agnetapark. De heer en mevrouw Van Marken wonen in datzelfde tuindorp temidden van hun personeel. Agneta ontpopt zich als een ware parkmoeder, die zich inzet voor het welzijn van de arbeiders en hun gezinnen. Geld speelt geen rol, blijkbaar hebben Jacques en zij voldoende middelen om te doen en laten wat zij willen. Beiden hebben ruim voldoende ondernemerszin en stroomt het bloed van wereldverbeteraars door de aderen. Dit gecombineerd met hun bevlogenheid maakt Jacques tot een veelbesproken persoon en Agneta tot een kordate, bijzondere vrouw. Zij heeft haar eigen projecten en zet zelfs een heuse parfumfabriek op de kaart.

Agneta is dol op haar man. Daar waar nodig cijfert zij zichzelf weg om het voor hem mogelijk te maken te excelleren. Haar kruis is dat zijzelf geen kinderen kan krijgen. Maar hun leven is bijzonder goed gevuld, dus zet zij zich over dat gemis heen. Totdat blijkt dat Jacques er een dubbelleven op na houdt (nee, een spoiler alert is niet nodig; deze informatie staat al op de achterkant van de roman), jarenlang en ook nog eens met drie kinderen als gevolg! Na het overlijden van hun moeder beslist Agneta dat deze kinderen in haar eigen huishouden als eigen kinderen worden opgenomen. De gezondheid van Jacques laat inmiddels al jaren meer dan te wensen over, hetgeen leidt tot een morfineverslaving en regelmatige depressies en inzinkingen.

In onze moderne tijd zou je toch langzaam maar zeker eens vermoeden dat Agneta voor zichzelf kiest en de leiding over haar eigen leven in eigen handen neemt. Maar ja, in die tijd was je als vrouw afhankelijk van jouw man of in ieder geval van de mannen in je directe omgeving. En uit alles blijkt steeds weer dat Agneta op een pragmatische manier met haar stemmingen en emoties omgaat en voortdurend een duidelijke koers voor ogen heeft. Natuurlijk zijn dit alles bij elkaar genoeg elementen om twee levens vol ups and downs te laten zien. En dat doet Van der Mast dan ook.


Heel lang geleden had mijn moeder een aantal boekjes, dagboekjes, van een Utrechtse kruideniersvrouw: Betje Boerhave. De associatie met Agneta kwam omhoog door het milieu van hard werken en idealen. Verder weet ik mij er niet veel meer van te herinneren, behalve dat ik weet dat mijn moeder het wel grappig vond om te lezen en dat ik er steeds maar niet achterkwam of alles verzonnen was of dat mevrouw Boerhave werkelijk had bestaan. Blijkbaar was dat toen al voor mij een issue :-) Inmiddels heb ik begrepen dat de boekjes nog steeds te bestellen zijn bij het Museum voor het kruideniersbedrijf te Utrecht.
Ik benijd Agneta zeker niet, maar haar helemaal begrijpen doe ik ook niet. Ik vind het zowel prachtig als verbijsterend hoe zij zich staande weet te houden naast een zo labiele, zichzelf overschattende man. Zij maakt keuzes en kijkt niet terug. Knap, maar gevoelsmatig liggen wij niet altijd op één lijn.

Door de soepele schrijfstijl van Van der Mast vond ik het een prettige leeservaring. Voel jij de "maar" al aankomen? De "maar" blijft mij bij toch zitten in het feit dat dit alles waargebeurd is. Daardoor is het mogelijk dat er foto's van de familie, van Jacques en Agneta in het boek zijn opgenomen. Dat is nog te verteren, maar ik (als voornamelijk fictielezer) haak af als ik aan het slot nog lees hoe het een aantal personen later in het leven is vergaan. Dat gaat er bij mij moeizaam in. Immers, ik ben gewend om zélf te verzinnen hoe het de personen vergaat. En door mijn levendige fantasie en inlevingsvermogen gaat mij dat vaak goed af en is dat mede bepalend voor het gevoel dat uiteindelijk over een boek blijft hangen. En nu, bij Agneta, word ik daarin verplicht gestuurd, terwijl het ook niet zo is dat het de familie allemaal van een leien dakje gaat. Ik wil eigenlijk helemaal niet weten of het Agnetapark nog bestaat, ik wil niet weten of het ideaal van Jacques en Agneta inmiddels door de tijd is ingehaald en ten onder is gegaan aan economische en maatschappelijke ontwikkelingen.
Ik kan mij echter ook goed voorstellen dat vele lezers juist wel die extra toegevoegde informatie waarderen. En misschien zelf wel nader onderzoek naar fabriek, tuindorp en familie instellen. En dat blijft het leuke van lezen: je mag er elke keer weer zelf een mening over vormen. Ik ben blij dat Jan van der Mast mij weer zo aan het werk heeft gezet.

Veel leesplezier!
theonlymrsjo

woensdag 16 december 2015

Een verwilderde tuin – gastblog nr 3



 
Misschien komt het doordat ik ouder word, misschien komt het doordat ik tot nu toe al het een en ander in het leven heb meegemaakt. Misschien komt het nergens speciaal door. Maar het is een feit dat ik steeds vaker bij het lezen van een boek niet eens zo zeer getroffen word door het verhaal als zodanig, maar juist door alle herinneringen uit en associaties met mijn eigen familie en mijn eigen leven. En als dat dan ook nog eens wordt gecombineerd met een prachtige schrijfstijl, dan beïnvloedt dat vanzelfsprekend onmiddellijk mijn leesoordeel.
Het toeval bepaalde dat de roman Ik kom terug van Adriaan van Dis (Atlas Contact) deze maand zowel in mijn leesclub in-real-life als in de boekenbloggersleesclub Een perfecte dag voor literatuur aan de orde kwam. Tijdens de bespreking in mijn leesclub viel het mij dit keer extra op dat ieders mening wordt ingekleurd door eigen ervaringen. Dat is ook logisch (en uiteraard prima), maar de ene keer is het meer te merken dan een andere keer. Het viel mij dit keer bijzonder op, omdat er bijvoorbeeld regelmatig werd gezegd dat de moeder van Adriaan van Dis zeker geen lieve, zorgzame vrouw was. Daar moest ik over nadenken, want ik had haar niet als "de moeder van" gezien. Ik had namelijk in haar mijn grootmoeder en minimaal één tante "herkend". En sommigen leden konden feilloos een aantal gebeurtenissen uit het boek benoemen, terwijl ik mij dat wel herinnerde en erover kon meepraten maar het zelf eigenlijk niet als belangrijke elementen uit het boek had gezien.

De roman is de weergave van gesprekken tussen moeder en zoon tijdens de laatste periode van haar leven. Het kost niet veel moeite om te ontdekken dat moeder en zoon een ingewikkelde, getroebleerde, relatie met elkaar hebben. Tijdens de gesprekken, waarvan is overeengekomen dat Adriaan deze in een boek zou neerleggen, wordt steeds duidelijker hoe deze persoonlijkheden in elkaar steken en welke karaktereigenschappen tot deze relatie hebben geleid. In mijn leesclub werd verzucht dat het jammer was dat het meer om die relatie dan om de moeder zelf ging. Dat kan ik onderschrijven áls het je, als lezer, te doen is om vanuit historisch perspectief meer te weten te komen over de levens van zelfstandige vrouwen vlak na de Eerste Wereldoorlog tot ver na de Tweede Wereldoorlog, waarbij in het geval van de moeder van Van Dis dit leven zich ook nog gedeeltelijk in Indië heeft afgespeeld. Zelf was ik veel meer geïnteresseerd in die bijzonder relatie tussen moeder en zoon.

Van Dis geeft zelf de allermooiste omschrijving van zijn moeder: zij is als een verwilderde tuin. Ik kan mij dat volledig voorstellen. Er komt inderdaad geen beeld van een extreem lieve, hartelijke moeder naar voren. Veel meer zijn de overwoekerende en (bijna) alles verwurgende stekels voelbaar. Zij prikt en steekt regelmatig keihard in de ziel en de gemoedsrust van de schrijver, maar ook bij andere personen die voor kortere of langere tijd deel uitmaken van haar leven. Door alles wat haar heeft gevormd, is het niet makkelijk om tussen het onkruid toch ook mooie, menselijke trekjes te vinden. En toch, af en toe is er een onverwachte, prachtig bloeiende bloem. En dan is het goed opletten en je te goed doen aan dat moois, want het plantje is uitgebloeid voor je er erg in hebt. Maar door die plotseling bloemenpracht is er het besef dat deze vrouw niet zomaar iemand is, met levenservaring, een scherpe geest en een bijzondere humor.

Hoewel ik van een andere (jongere) generatie ben dan Adriaan van Dis, kon ik moeiteloos een aantal signaleringen van hem plaatsen. Ik vind zijn moeder (en hemzelf) echt een product van de tijd. Prachtige rode draad is de koffer die zij met haar leven bewaakt. Niemand, maar dan ook echt niemand mag aan die koffer komen of weten wat er in zit. Tegen de einde van haar leven begint zij op te ruimen (lees: weg te gooien). En drie maal raden wat er na haar overlijden in die koffer blijkt te zitten .... En ziedaar, daar is mijn oma. Mijn oma heeft er eigenhandig voor gezorgd (aldus de overlevering) dat er na haar overlijden geen persoonlijke brieven of andere documenten achterbleven. Ik vind het indrukwekkend als iemand op die manier zelf de regie in handen houdt.

En mijn tante? Die zie ik nog levendig voor mij, door haar huis lopend en overal en nergens aantekeningen makend. Meestal op de achterkant van oude ansichtkaarten of, zoals de moeder van Van Dis, op de achterkant of binnenkant van rouwkaarten. Hoe ouder je wordt, hoe meer rouwkaarten er op de mat vallen, dus altijd genoeg "notitiepapier". Na haar overlijden was er geen enkele notitie terug te vinden.

Een andere "trigger" voor mij is het verschil in doen tussen broer en zus. Zus Saskia komt ook over, om nog bij moeder te kunnen zijn. Zij begint meteen schoon te maken en te poetsen, al foeterend op Adriaan dat hij zijn moeder niet in die omstandigheden had mogen laten zitten. Hij vlucht weg, naar een congres in het buitenland. En precies in de periode komt moeder dan uiteindelijk te overlijden. En dan begint voor hem het proces van aanvaarden en verwerken.

Natuurlijk had ik deze blogpost ook moeiteloos kunnen vullen met mijn mening over het schrijverstalent van Van Dis. Dan had ik een flink aantal superlatieven uit de kast gehaald, want ik ben erg gesteld op de manier waarop hij zijn pen hanteert. Eerder las ik van hem Tikkop en De wandelaar. In het persoonlijke verhaal zoals verwoord in Ik kom terug, is de hak-op-de-tak methode heel functioneel. Zo gaan gesprekken ook, van voor naar achter en van links naar rechts. En zelden heb ik een roman gelezen waarin het venijn (of iets gematigder gezegd: de versterking van het geschrevene) in de laatste zin, een enkele keer in de laatste zinnen, van een hoofdstuk zit.

Is het duidelijk? Of zal ik nog even uitdrukkelijk zeggen dat ik dit een fantastische leeservaring vond? ;)
Veel leesplezier!
theonlymrsjo