dinsdag 16 februari 2016

Pen aan de wilgen – gastblog nr 5




Er zijn van die songs die eens in de zoveel tijd in mijn hoofd zitten en daar dan urenlang (en als ik "pech" heb: dagenlang) blijven. Vaak is er maar een hele kleine hint voor nodig om dat te laten gebeuren. De afgelopen week hoorde ik vrij intensief het nummer Lonesome cowboy Burt van Frank Zappa in mijn hoofd. Het waarom laat zich makkelijke raden als je weet dat de volledige titel van dit nummer is Lonesome cowboy Burt (Swaggart version). Met Swaggart wordt Jimmy Swaggart bedoeld, een immens populaire en invloedrijke Amerikaanse tv-evangelist die in de jaren tachtig van de vorige eeuw uiteindelijk door meerdere seksschandalen van het toneel moest verdwijnen. Zappa neemt hem in deze song flink op de korrel. En waarom moest ik dan aan dominee Swaggart denken? Dat komt doordat ik de roman Hotel Rozenstok van de Vlaamse schrijver Christophe Vekeman (de Arbeiderspers) heb gelezen.
 
In deze roman is Christophe Vekeman als het ware zelf de hoofdpersoon, een 41-jarige schrijver die in zijn door overmatig drankgebruik enigszins ontwrichte leven is vastgelopen. Hij besluit om niet meer te schrijven. Makkelijker gezegd dan gedaan, want wat wordt dan wel de invulling van de rest van zijn leven? Eens een schrijver, altijd een schrijver? Hij doet zijn best om in een andere wereld terecht te komen, maar ondertussen droomt hij alsnog over allerlei boeken die hij niet gaat schrijven. In één van die denkbeeldige boeken komt een persoon voor die á la Jimmy Swaggart te keer gaat (en ja hoor, tijdens het schrijven van deze blogpost hoor ik alweer het aparte geluid van Zappa :) ).


Het eerste gedeelte van Hotel Rozenstok sluit perfect aan bij het pamflet dat Alex Boogers de wereld in heeft geslingerd, onder de titel De lezer is niet dood (Uitgeverij Podium). Boogers verwoordt hierin vrij goed mijn eigen mening over "succesvolle" auteurs, oftewel schrijvers die meer bekend zijn door hun vele publieke optredens in talkshows, spelprogramma's en hun hoge productiviteit dan door de hoge kwaliteit van hun oeuvre. Niets mis mee, iedereen mag doen en laten waar hij of zij zich goed bij voelt, maar het is wel terecht de vraag wat dit voor (aankomende) lezers betekent. Vekeman (in de zin van: hoofdpersoon in Hotel Rozenstok) zet zich af tegen bestseller-auteurs: succes is voor losers.
Wat het (flinterdunne) verhaallijntje in Hotel Rozenstok betreft, raad ik je aan even op internet te zoeken. Voor mij is die verhaallijn namelijk volstrekt niet relevant voor mijn leeservaring. Ik zal het maar verklappen: het was een heerlijke leeservaring. Het laatste gedeelte, vanaf het moment dat Vekeman meer informatie krijgt over het gezin van de hoteliers en hij met die informatie aan de haal gaat, vond ik een beetje afbreuk doen aan het geheel, maar ik heb onverminderd genoten van de stijl en het taalgebruik van Vekeman. Hij is een Vlaamse schrijver, maar dat heb ik meer gemerkt aan de inhoud dan aan de gebruikte woorden. Hoewel ik vaak kan genieten van juist dat (in mijn Nederlandse oren) typisch Vlaamse zoals dat bijvoorbeeld in de romans van Griet op de Beeck en Dimitri Verhulst wordt gebezigd, heb ik een lichte voorkeur voor de schrijfstijl van Vekeman en bijvoorbeeld Filip Rogiers (van wie ik recentelijk de roman Verman je, uitgegeven bij Uitgeverij Polis, heb gelezen).

Bij beide schrijvers heb ik gemerkt dat zij heel zorgvuldig schrijven. Hun zinnen zitten evenwichtig in elkaar en zeggen veel meer dan alleen maar de inhoud van de woorden op een rij. Beetje moeilijk uitleggen wat ik precies bedoel, maar noem het maar het synergetisch effect: 1 + 1 is meer dan 2. Je kunt de woorden puur als woorden met een enkelvoudige betekenis lezen, maar bij Vekeman krijgen die woorden door de manier waarop hij de woorden combineert, een andere, diepere, betekenis en extra invloed. En desalniettemin is het geen zware roman geworden, met ingewikkelde thema's en depressief makende levensvragen. Vekeman is in staat om de interne strijd van een persoon die midden in zijn leven moet nadenken over zijn toekomst, op een herkenbare, humoristische en reële manier te beschrijven.

Ik had nog niet eerder werk van Vekeman gelezen. Binnen de boekenbloggersleesclub Een perfecte dag voor literatuur is zijn roman Marie al eens besproken, maar dat was één van de zeldzame keren dat ik niet heb meegedaan. Inmiddels ben ik wel nieuwsgierig naar ander werk van zijn hand. In Hotel Rozenstok zitten zijn zinnen barstensvol woorden, tussenzinnen, bijzinnen en nog zo wat. Even snel lezen is een risico, want je snapt dan heus wel het verhaal, maar je mist de prachtige, geniale samenpersing van opsommingen, omkeringen, verdraaiingen en typeringen. En juist dat maakte deze roman zo fijn om te lezen. Hele lange zinnen die je soms echt in stukjes moet lezen om de draad niet kwijt te raken. Maar dat verstoorde niet, integendeel, het maakte dat Vekeman voor mij dichtbij kwam en mij probeerde zo goed mogelijk uit te leggen welke processen zich in zijn hersenpan afspelen, waarom hij reageert zoals hij reageert en waarom sommige uitkomsten simpelweg onvermijdelijk zijn. Typisch zo'n boek waarbij het verhaal ondergeschikt is aan de vorm. Typisch een boek dat bij mij past.

Veel leesplezier!
theonlymrsjo