vrijdag 31 mei 2013

Vrijdag Muziekjesdag over de zanger met die band, waar die drummer in speelde, met die witte tanden



"Vindt je het wat?".
"Wie?".
"Haar".

"Mwah. Niet echt. Al heeft ze wel wonderlijk haar".
"Ha. Leuk".

"We hebben haar eens eerder zien spelen".
"Wie? Zij? Waar dan?".
"Volgens mij in De Melkweg, als voorprogramma".

"Hoe heet ze eigenlijk?".
"Gut. Tja".
"Nou?".

(wat minuten later) 

"Hmm. Kris Berry. Zo heet ze. Best leuke muziek hoor, die gitarist speelt fijn maar de liedjes vind ik een beetje moeizaam".
"Ja. En dat ze de hele tijd dat haar voor het gezicht weg moet halen ...".

"Maar voor wie was ze dan het voorprogramma?".
"Och kom. Hoe heette die nou toch..".
"Nou?"
"Hij had een leuke band. Ze hadden een hoop lol op het podium met elkaar".
"Ja? En?".
"Wat nou ja en? Jij was er toch ook bij? Heb jij het onthouden dan?".

"De drummer had vreselijk witte tanden, akelig wit. En hij lachte de hele tijd. Met die tanden".
"O ja, dat weet ik nog. De hele tijd lachen. En ze gooiden met waterflesjes naar elkaar".
"Echte meligheid".
"Ja. Maar hoe heette de zanger nou? ".

(2 uur later)

"Eli 'Paperboy' Reed, die was het!".
"Och ja. Leuk optreden was dat".
"Ja. Hij heeft dat liedje, weet je nog?".
"Dat liedje?".
"Ja. Dat liedje. Met dat basloopje in het begin. Zo'n retro-soul nummer. Zo'n gezellig zonnig leuk liedje".
"En het heet?".
"Ja, gut. Het heet, het heet ...".

(dagen later)



donderdag 30 mei 2013

De stukke man



Hij ligt er wat raar en vooral nogal gedeeltelijk bij, de oefenmeneer voor de BHV.
Er lijkt weinig meer te redden eigenlijk.
Als je zo stuk bent helpt ook hartmassage niet meer.

Vandaag was het weer zo ver. Het was tijd voor de jaarlijkse BHV training.
BHV? Bedrijfs Hulp Verlening.

Want ja, we zijn natuurlijk van de boeken, de informatie, de dvd's en tijdschriften. We zijn ook van de lezingen, de bezoekende scholen, de cursussen en de workshops. En we zijn ook nog van de leeskringen en de gesproken boeken.

Maar, en dat is misschien best een veilig gevoel, we (of in ieder geval een aantal van ons) zijn ook bedrijfshulpverlener.

Dus als er iets gebeurt, brand, of u wordt niet lekker als u in de bibliotheek bent, dan zijn er altijd mensen die rustig blijven en die precies weten wat ze moeten doen.

Hoeft u zich daar ook niet meer druk om te maken.


vrijdag 24 mei 2013

Vrijdag Muziekjesdag met The Doors


 De eerste lp die ik ooit kocht was misschien de tweede.

O ja, laten we ingewikkeld doen.

Ik weet niet meer welke lp het eerst door de kassamevrouw bij V&D werd afgerekend. Officieel is dat dan de eerste lp die ik ooit kocht. Maar ik kocht er twee. Vandaar het "probleem" van het niet meer weten wat de eerste was.

Wat ik me nog wel herinner was het wat gênante moment toen bleek dat ik precies 5 cent te weinig had. Ja, lp's, centen, het is erg lang geleden.

De kassamevrouw bij V&D streek echter over hart, of het kon haar gewoon niet schelen dat de kas niet precies zou kloppen aan het eind van de dag, dat kan natuurlijk ook.
Ik kreeg beide lp's mee.

Meer herinneringen zitten er niet aan de eerste plaat. Die misschien de tweede ... jaja. Behalve dan dat ik er zwaar van onder de indruk was. Het ding heeft weken door het huis gegalmd. Prachtig klonk het, en prachtig klinkt het nog steeds.

Deze week overleed Ray Mazarek, Met Jim Morrison richtte Mazarek in 1965 The Doors op. Hij was verantwoordelijk voor het onovertroffen orgelgeluid van de groep. En hun eerste lp, die gewoon The Doors heette draaide ik grijs toen ik veel jonger was dan ik nu ben.

Om eerlijk te zijn ben ik niet zo heel gek op de andere platen die de groep maakte. Maar dat komt voornamelijk omdat ik de zanger een nogal brallerige pseudo-dichter vond, al denk ik niet dat ik toen wist wat een pseudo-dichter was. De veel aanbeden Morrison gebruikte, voor mij dan, teveel woorden,. Het was teveel "kijk mij eens", teveel bestudeerde gekte.
Maar de muziek, die klonk prachtig. Vol, en luid en krachtig.

En dan natuurlijk vooral het orgel van Ray Manzarek.

Galmend hard afspelen.

vrijdag 17 mei 2013

Vrijdag Muziekjesdag met Bob Marley



Abdul leunde nog wat naar voren en rommelde wat met een stok in het smeulende kampvuur. Lang en slank zat hij daar te zijn. Een bedoeïen met een verschoten legerjasje aan. Hij duwde de stok nog wat heen en weer en keek omhoog.
Zijn wimpers, die sprekend leken op de sierlijke wimpers van een kameel knipperden rustig. Hij glimlachte wat melancholiek naar twee Italiaanse meisjes en knipperde nog eens met zijn wimpers.

Wij hadden deze truc al eens gezien. De meisjes zo te zien niet. Gevleid giechelend gingen ze nog wat dichter tegen elkaar aan zitten. Abdul blikte nog eens melancholiek in het vuur, rommelde nog wat met de stok en begon zachtjes het refrein van "No woman, no cry" te zingen.

Bob Marley zong "No woman, no cry" voor het eerst in 1974 maar echt heel beroemd werd het lied in de uitvoering op de lp/cd "Live" uit 1975. Opgenomen in Engeland met een uiterst levendig publiek erbij borrelde het nummer zich in die uitvoering in het collectieve muziekgeheugen. Ook in dat van Abdul, een bedoeïen in Katharina in de Sinaï.
Alleen maakte Abdul, zoals zoveel anderen ergens een fout. Hij dacht dat het lied ging over liefde, verloren liefdes waarschijnlijk. Maar dat is natuurlijk helemaal niet zo. Het is juist een lied dat hoop probeert te geven in harde tijden. Een lied dat zegt dat het beter wordt en dat je niet moet huilen en juist vol moet houden.

Say I remember when we used to sit
in the government yard in Trenchtown
Ob- observing all the hypocrites
as they'd mingle with the good people we met
Good friends we had and good friends we lost
along the way
in this bright future
you can forget your past
so dry your tears I say.
no woman no cry
no woman no cry 


Maar voor Abdul maakte het lied deel uit van zijn verleidingstruc. Hij keek bij het zingen wat melancholiek en knipperde met zijn prachtwimpers. Voor ik met een groepje anderen het door god en iedereen verlaten Tih plateau in de Sinaï bezocht had ik hem de truc al eens succesvol zien toepassen. En nu leek het voor hem ook de goede kant op te gaan.

We hoorden hem ze zingen, die beginregels. En het groepje waar ik mee reisde keek elkaar aan. We waren vrolijk, uitgelaten. Eerder die week hadden we de diep eenzame plek die Tih is doorstaan en 's ochtends waren we bijna achteloos nog even Jebel Musa/ de Mozesberg op en daarna weer af gestuiterd.

Dus toen hij weer even, haast smachtend opkeek in de richting van de nu blozende Italiaanse meisjes barstte er een uitgelaten Nederlands groepje uit in een luid ondersteunend 

ev'rything's gonna be alright
ev'rything's gonna be alright
ev'rything's gonna be alright
ev'rything's gonna be alright

De sfeer rond het smeulende vuur sloeg onmiddellijk om. Weg en geheel verdwenen was de romantiek. Abdul stopte met zingen, de Italiaanse meisjes ontwaakten uit hun betovering. Wij gierden haast kinderachtig van het lachen.

Abdul stond op, lachte naar ons. Want sportief was hij wel. Hij trok zijn legerjasje recht en slofte naar een kampvuur dat wat verder weg brandde.
Ik geloof dat de vrouwen die daar zaten uit Duitsland kwamen.

vrijdag 10 mei 2013

Vrijdag Muziekjesdag met Vader Abraham



"Nee! Daar ga ik dus echt niet overheen!".
"Wat wil je dan? Teruglopen? Hier blijven staan? Dat kan toch ook niet, en echt, het valt wel mee. Het is maar een meter of drie".
"Ja, drie meter naar voren en paar honderd naar beneden".

Petra in Jordanië is een klassieke, oude stad. Dat wat er nog van over is, en dat is best veel ligt verstopt in een vallei.
De normale manier om er binnen te komen is via de beroemde Siq, een ruime opening van anderhalve  kilometer lang tussen twee bergen in. Je sjokt dan achter grote groepen toeristen aan. Niks aan de hand.

We gaan op dit blog eens wat meer met muziekjes doen. Op vrijdag. Omdat dat ooit een goede gewoonte was op een andere plek. En nee, heel veel muziek hebben we niet meer in de bibliotheek Langedijk maar het hoeft dan toch ook niet altijd over de bibliotheek te gaan. Toch?

Maar, Petra dus. Je kunt er ook op een andere manier naar binnen. Via de zogenaamde "achterdeur". Je loopt dan via een niet al te breed pad, waarnaast om de paar honderd meter een bordje staat met "This is not an entrance to Petra" tegen een vrij hoge berg op. Je kijkt rond, geniet van het uitzicht en al klimmend kom je steeds hoger en hoger. Tot je een bocht om gaat en het goed onderhouden pad opeens een richel wordt.
De richel is zo'n 40 centimeter breed en zo'n drie meter lang. De afstand naar beneden, en je blik wordt onwillekeurig naar de afgrond getrokken is een paar honderd meter.

Voor iemand met hoogtevrees is het een maagkrimpende ramp.

Natuurlijk "deden" we de richel. En natuurlijk vielen we niet naar beneden. Er valt maar heel soms iemand de afgrond in.

'S avonds in het plaatsje Wadi Musa, dat tegen Petra ligt aangeplakt dronken we een te sterk Jordaans bier. We bibberden nog wat na over de richel. En dat het best meeviel, toen we er eenmaal overheen waren. In de bar draaide een al grijs gedraaide cd. Allemaal zestiger jaren muziek. Uit Engeland en Amerika. Maar raar genoeg zat daar, net tussen Steve Winwood en The Rolling Stones opeens een liedje van Vader Abraham.

Een Nederlands liedje, in een Jordaanse hotelbar. We bibberden nog wat verder na en ik bedacht me dat ik voortaan "Het kleine café aan de haven" altijd aan Petra en de richel zou koppelen.

dinsdag 7 mei 2013

Rundskop




Ik ben nog van dat je zelf je spullen koopt en ze niet download. De dvd Rundskop kocht ik dus. Meer dan een jaar geleden. In Rotterdam, al doet dat er niet toe.

Je schaft zo'n dvd in een soort van impuls aan. Ik kende de titel, had er wel eens iets over gelezen, je weet hoe dat gaat.
Maar kijken ho maar.

Misschien werkt dat bij andere mensen anders maar bij mij thuis kunnen dvd's, cd's en boeken tijdenlang ongebruikt ergens liggen. Omdat ze niet in de sfeer passen of zoiets. Gisteren begon ik nog in een boek dat ik 4 jaar terug in Zwolle kocht. Maar dat doet er ook niet toe.

Rundskop dus.
Wikipedia zegt over de film: "Rundskop is een Belgische dramafilm uit 2011 onder regie van Michaël R. Roskam. Het is een misdaaddrama over boeren en gangsters tegen de achtergrond van de Belgische hormonenmaffia. Het is voornamelijk gesproken in een Limburgs dialect, het Truierlands." (de film kun je gelukkig ondertiteld bekijken).

Nu heeft Wikipedia altijd gelijk maar zelf zou ik het geen misdaaddrama noemen. Meer een drama dat me in het begin maar matig boeide maar dat me ergens na een half uur bij de keel greep om me na afloop van de film stilletjes achter te laten.
Ik heb het niet zo op navertellen, je kunt het beter zelf bekijken. Maar wat een film, over vriendschap, verraad, weglopen. Wat een tragiek. En hoe mooi gefilmd.

Vaag he? Er staat hierboven niets waar je echt wat mee kunt. Maar geloof me, na het zien van deze film kijk je nooit meer hetzelfde naar het Vlaamse platteland.

donderdag 2 mei 2013

Stil


Stil?
Tja, dat is wel zo.

Het is inderdaad al een tijdje stil op dit blog.
Uitleg?

Over het algemeen hebben we het al best druk hier in de bibliotheek. En zo'n beetje met z'n allen volgen we naast het gewone werk nu ook een cursus, VerdiepDingen. Over van allerlei digitale dingen. Met sommige dingen gaan we misschien wat doen, met weer andere niet. Maar daar hoort u nog van.

Dus de tijd ontbreekt gewoon een beetje, om te bloggen. We zijn ook maar menselijk.

Maar, nu er toch weer wat staat, ik heb zowaar laatst een roman gelezen. Dat doe ik niet erg vaak dus zeg ik er maar wat over.

Stoner heet het boek. Van John Williams. Waarom ik nu net dat boek oppakte, dat weet ik niet precies. Misschien kwam het door de prachtfoto op de voorkant. En ik kwam de titel al maanden tegen, dat ook. Het boek is nogal een sluipende hit in Nederland.

Ik kan natuurlijk het verhaal dat Stoner verteld na gaan schrijven. Maar dat kunt u ergens anders ook nalezen. Hier bijvoorbeeld.  Laat ik het er wat mij betreft op houden dat ik de laatste jaren zelden, nee nooit, een boek heb gelezen waar mooiere zinnen in staan dan dit boek.

Voorbeeld?

Ergens in het boek, als het verhaal net wat op gang komt, bezoekt Stoner een meisje dat hem intrigeert. De hele avond zegt ze niets, haar ouders praten de tijd vol. Pas als hij aanstalten maakt om weg te gaan begint het meisje plots te praten. Knap is dat Williams dan niet opschrijft wat ze zegt. Hij beschrijft slechts hoe Stoner luistert. En als het meisje klaar is met praten schrijft Williams:

"En na afloop had hij het gevoel dat ze van elkaar waren vervreemd in een mate die hij niet voor mogelijk had gehouden, en hij wist dat hij verliefd was".

Zo'n zin kunnen schrijven, daar kan ik jaloers op worden.

Leen het, koop het, maakt niet uit. Lees het.