Extreme bewondering en obsessie, uitmondend in een verregaande afhankelijkheid. Ik kan mij daar zelf weinig bij voorstellen. Natuurlijk zijn er schrijvers, artiesten en musici die ik bewonder om hun prestaties, maar het leidt er zelden toe dat ik echt meer wil weten over de persoon zelf. En ik heb al helemaal niet het idee dat ik voor mijn eigen ontwikkeling en gedrag afhankelijk ben van het gedrag van een ander. Voor Nadine Sprenger, de hoofdpersoon in de roman Ica, ligt dat anders. Zij is zo vol van de schrijfster Ica Metz, dat zij heeft besloten haar volgende boek te laten draaien om het personage Ica.
Om zo veel mogelijk over
haar protagonist te leren en zo
veel mogelijk materiaal te verzamelen voor de roman, ontwikkelt Nadine een plan
om Ica in haar nabijheid te laten verblijven. Uiteindelijk resulteert dit in
een verblijf voor (in principe) onbepaalde tijd in het vakantiehuisje van de
familie van Nadine in een Frans dorpje in de Morvan. De periode is niet alleen
onbepaald doordat er niet is afgesproken voor hoeveel weken zij daar zullen
verblijven, maar ook doordat Ica en Nadine alle klokken, mobiele telefoons en
andere apparatuur met tijdsaanduiding uit hun samenleven daar verbannen.
Uit alles blijkt natuurlijk
dat Ica is gebaseerd op de schrijfster Connie Palmen. Schrijfster Eva Posthuma
de Boer heeft dat ook nooit onder stoelen of banken willen steken. Zij wilde
een roman schrijven over Connie en heeft haar daarom geruime tijd
"bestudeerd". Dit vinden we in de roman dus terug in de hoedanigheid
van Nadine, die over de gevierde schrijfster Ica Metz wil schrijven. Een aantal
voorvallen in de roman zijn rechtstreeks te herleiden naar gebeurtenissen in
het leven van Eva en Connie. Deze wetenschap geeft een voortdurende, licht
kietelende, spanning tussen fictie en feit. Wat is daadwerkelijk gebeurd en
waar heeft de schrijfster haar talent aangewend voor een flinke portie fictie?
En in hoeverre is die scheidingslijn eigenlijk aan te brengen. Eva laat het
personage Ica in de roman licht spottend de vraag stellen: "is dit het
werkelijke leven?" (vrije quote).
Ik moet trouwens bekennen
dat ik nog nooit een roman van Connie Palmen heb gelezen. Er staat wel het een
en ander van haar hand in mijn boekenkast, maar het is er nog niet van gekomen
om het te lezen. Het is wel apart om te constateren dat ik nu meer óver dan ván
Palmen heb gelezen. Zij komt namelijk ook voor in een boek dat ik zo'n 2 jaar
geleden heb gelezen: Een blikjodenkoeken (Uitgeverij Prometheus). Dit boek is geschreven
door Jessica Meijer, de dochter van Ischa Meijer. Ischa Meijer en Connie Palmen
hebben tot aan het overlijden van Ischa een relatie gehad en Jessica verbleef
vanaf een bepaalde leeftijd regelmatig bij hen. Een blik jodenkoeken is het
persoonlijke verslag van Jessica, over het overlijden van haar vader, de
relatie met haar moeder, de invloed van de verbroken verhouding tussen haar
ouders, haar moeizame relatie met eten en met zichzelf. Het grote verdriet dat
Connie heeft ervaren door het wegvallen van Ischa maakte dat zij misschien niet
op de meest optimale manier naar Jessica heeft gereageerd. Haar gedrag heeft
grote invloed op het zelfbeeld van Jessica en het duurt heel lang voordat
Connie en zij hierover op een neutrale, uitgebalanceerde manier kunnen
communiceren.
Het is simpelweg niet
voorspelbaar hoe iemand onder extreme omstandigheden reageert en handelt. Dat
blijkt ook wel als Nadine onder extreme druk staat tijdens haar verblijf met
Ica in het Franse huisje. Ik vond het bijzonder beklemmend om te lezen hoe
Nadine haar plan opstelt, hoe zij te werk gaat en hoe extreem afhankelijk zij
is van Ica. Ica heeft al enige tijd niets geschreven en dat voert de spanning
op. Nadine blokkeert zelf in haar schrijven zolang er geen nieuwe impuls van
Ica komt. Daarom heeft zij een dubbel belang bij de heilzame invloed van het
buitenleven in Frankrijk.
In de proloog wordt al de
vraag gesteld of iemand met een alfabetisch gesorteerde boekenkast in staat zou
zijn tot moord. Of het ook tot moord komt, dat ga ik hier echt niet vertellen
:) Wat ik hier nog wel wil vertellen, is de grappige opbouw van het boek. Het
volgt de lijnen van een klassieke tragedie volgens de opvatting van
Aristoteles. Het geheel is opgebouwd uit een aantal bedrijven en tussendoor
komt er een koor opdraven om de verbinding tussen de bedrijven te duiden. Dit
gaf iets extra's aan het geheel.
Nadine vertelt aan Ica dat
zij geen geheugen heeft voor planten- en bloemennamen, behalve voor het
vergeet-mij-nietje. Tekenend voor de sfeer (zowel gespannen als zo nu en dan
bijna hilarisch ontspannend) en de stijl is dan de terloopse opmerking van Ica
dat Nadine dus blijkbaar dat plantje gehoorzaamt. Of deze roman zelf een
vergeet-mij-nietje gaat worden? Daar ben ik nog niet helemaal van overtuigd.
Het is nu, door de herkenbaarheid van Palmen en enige andere opgevoerde bekende
personages, aantrekkelijk om te lezen, maar ik heb geen idee hoe dat voor
bijvoorbeeld een volgende generatie lezers zal zijn. Eva Posthuma de Boer heeft
een soepele en toch doordachte schrijfstijl. Daardoor was Ica in ieder geval
een prettige leeservaring en dat is ook zeker wat waard.
Overigens mocht ik Ica
lezen in het kader van de boekenbloggersleesclub Een perfecte dag voor literatuur.
Mijn dank gaat uit naar Ambo Anthos voor het beschikbaar stellen van een
leesexemplaar.
Veel leesplezier!
theonlymrsjo